NLP woordenboek
NLP woordenboek met termen zoals we deze woorden binnen de Academie voor Psychologica gebruiken.
Special | A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z | ALL
S |
---|
structuurOrdening van elementen en hun onderliggende relaties | ||
submodaliteitenKleinste
bouwstenen waaruit de structuur van subjectieve ervaring is opgebouwd. | |
subpersoonlijkhedenHet aanduiden van onafhankelijke programma’s, strategieën of gedrag. Het zien van de mens als het geheel van meerdere subpersoonlijkheden met ieder een eigen wereldmodel en eigen intentie. Het is een NLP techniek en ook bekend onder de naam Voice Dialogue. | ||
swisch patternEen veranderingspatroon waarbij je een negatief beeld laat wegvegen door een positief beeld en positieve beeld verankerd wordt. | |
T |
---|
TerugspoelenJe herhaalt in dezelfde tonatie in het kort de informatie die je hebt, je vat als het ware samen. Hiervoor gebruik je de sleutelwoorden van de persoon. Handig bij eenduidige samenvatting tijdens vergaderingen of samenvatten zonder oordeel. | ||
tijdlijnVerleden, heden en toekomst zijn oproepbaar in ons. We kunnen beelden, geluiden, gevoelens, geuren en smaken op een tijdlijn plaatsen en zo ervaringen terughalen in het hier en nu zetten en verplaatsen naar de toekomst.
| ||
tranceEen veranderde bewustzijntoestand door een naar binnen gerichte concentratie en een beperkte externe aandacht. | |
transderivationeel zoekenHet zoekproces in iemands herinnering naar andere ervaringen waarvan het huidige gedrag is afgeleid. | |
tweede positieWaarnemingspositie vanuit de ander. Je bekijkt of ervaart de situatie vanuit de ander zijn/haar perspectief. | ||