NLP woordenboek
NLP woordenboek met termen zoals we deze woorden binnen de Academie voor Psychologica gebruiken.
Special | A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z | ALL
B |
---|
C |
---|
circle of excellenceNLP
techniek waarbij hulpbronnen worden geankerd (geconditioneerd) aan een
ingebeelde cirkel op de grond. Handig bij presentaties en/of situaties waarbij
maximale keuzemogelijkheden van belang zijn. | |
Communicatie modelBeschrijving van de structuur van de ervaring. Het model laat zien dat er buiten ons allerlei gebeurtenissen plaatsvinden die wij waarnemen via onze zintuigen. Vanaf het moment dat de externe prikkel, visueel, geluid (woord) gevoel (aanraking), geur of smaak wordt waargenomen, beginnen onze hersens een proces van verwerking. Daarbij passeert die informatie een aantal filters die onder andere te maken met de wijze waarop wij een interne voorstelling hebben gevormd van de wereld om ons heen. In de jaren 60 ontdekte Wilder Penfield wereldberoemd chirurg op het gebied van de aandoening epilepsie. Na een open hersen operatie met laag voltage behandeling als neveneffect dat een patiënt zich preciese details van haar verjaardag toen ze drie jaar werd kon aangeven. Wie er waren geweest, de taart, de geur, de plaats etc.etc. Waarschijnlijk slaan we als mensen alle informatie op, het 1 op 1 weer terughalen daar zit een verwerkingsproces in van verwijderen, generaliseren en vervormingen. | |
Communicatieve sturing.In staat zijn effectief en efficiënt te communiceren m.b.t. wat je over wilt brengen, bijvoorbeeld doordat je verschillende modellen van de werkelijkheid parallel hanteert. Een gevorderde vorm van feedback geven. | |
CompetentieEen bekwaamheid die voortkomt uit ervaren gedrag. | |
Complex equivalenceLatijn: datgene waaruit die waarde blijkt. Waarden, normen, overtuigingen betekenen voor iedereen iets anders. Door uit te vragen kom je achter de betekenis voor de ander en kun je, daar waar nodig, de nominalisatie (weer) in proces zetten. | |
CongruentOvereenstemming. Een status (state) waarbij omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen en doelen met elkaar overeen komen. Als het op je eigen kantoor een puinhoop is en je geeft het belang aan van een “cleandesk policy”. Dan blijft het onderwerp op de agenda staan, er verandert niets. Is een onderwerp in overeenstemming met je omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen en doelen dan heeft het onderwerp grote kans van slagen. | |
ContactTerwijl
je bij je eigen gevoel blijft, de ander in zijn of haar model van de wereld
ontdekken. In contact zijn kan leiden tot verandering van overtuigingen en
identiteit bij jezelf en de ander. Ook wel herkenbaar als “open staan voor”. | |
ContextDe context is de omgeving waarin zich een specifieke situatie voordoet. De context is vaak van belang voor wat de interpretatie van een specifieke ervaring of gebeurtenis betreft. | ||
CriteriumDe waarde
die iemand gebruikt om beslissingen te kunnen nemen of een oordeel te kunnen
geven over de dingen om hem heen. Een criterium geeft aan wat in een bepaalde
context belangrijk is. Een opsomming van criteria; zien, horen, voelen, mensen,
plaatsen, activiteiten, informatie, dingen, eigen, partner, waarnemer, invloed,
waardering, resultaatgerichtheid, weg van, naartoe, interne referentie, externe
referentie, opties, procedures, preactief, reactief, overeenkomst, verschil,
gelijk, polariteit, visie, realisatie, kwaliteitscontrole, relatie, taak,
globaal, details, abstract, concreet, teamspeler, individualist, zorgen voor
zelf, zorgen voor anderen, verleden, heden, toekomst, lange termijn, korte
termijn, kijken, luisteren, lezen, handelen, scepsis, vertrouwen, volgend,
leidinggevend. | ||